Nadat Anton Pieck op elfjarige leeftijd een aquarel exposeert op een huisvlijttentoonstelling in Den Helder worden er van tijd tot tijd tentoonstellingen over zijn werk georganiseerd. Zo stelt het Haarlemse Frans Hals Museum in 1934 wat werken tentoon en vindt er ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag in het Singer Museum in Laren een grote overzichtstentoonstelling plaats.

Naar aanleiding van het grote succes van deze tentoonstelling, die door meer dan 60.000 mensen wordt bezocht, bloeien de al eerder geopperde ideeën voor een eigen museum opnieuw op. Max Pieck, de zoon van Anton, is één van de belangrijkste initiatiefnemers.

Hij moet veel moeite doen om zijn vader over te halen, want Pieck vindt een eigen museum – terwijl hij zelfs nog in leven is! – te veel eer en voelt er niks voor. Hij weet de plannen nog twee jaar tegen te houden, maar werkt vanaf 1982 uiteindelijk mee aan de komst van het museum.

Pieck heeft wel een belangrijke eis: het museum mag niet te dicht bij zijn woonplaats Overveen komen. Hij wil namelijk zeker niet in zijn werk gestoord worden door belangstellenden die na het museumbezoek nog even komen kijken waar de kunstenaar woont en werkt. De keus valt op het oude plaatsje Hattem, dat Pieck een ‘ontzettend mooi stadje’ noemt, ‘waar zo’n bescheiden museumpje verschrikkelijk leuk staat’.

Hij helpt met het ontwerpen van de gevel, het interieur en het binnenplaatsje van ‘zijn museum’, waar het putje herinnert aan een put tijdens zijn verblijf in Assisi, waarvan hij in 1930 een houtsnede maakte.

Op 6 september 1984 wordt het Anton Pieck Museum door Pieck zelf geopend, in het bijzijn van Prinses Margriet. Hoewel Pieck zich nog steeds een ‘verwend zondagskind’ voelt en zich afvraagt hoe lang het museum zal blijven bestaan, waardeert hij het museum wel. Hij schenkt het museum tientallen originele werken, die niet allemaal tegelijk tentoongesteld worden maar geregeld wisselen.

Na Piecks dood in 1987 wordt de collectie verder vergroot en wordt het museum bovendien de trotse eigenaar van de werktafel van Anton Pieck en zijn etspers. Met alle nieuwe aanwinsten is uitbreiding noodzakelijk, en wanneer de gemeente uiteindelijk akkoord is, koopt het museum in 1989 het aangrenzende pand. Hiermee neemt de tentoonstellingsruimte toe van 170 m2 naar 545 m2.

De ruimte wordt gebruikt voor een permanente Pieck-expositie, maar ook voor wisselende thema-exposities, tentoonstelling van zijn grafische werk dat is geplaatst rondom de imposante etspers en van zijn Efteling-werk, waarbij kinderen in de tekenhoek zelf aan de slag kunnen.

Contact met Anton Pieck museum